Albrecht Dürer, 1503
Albrecht Dürer, Het graslandje, 1503. Aquarell en gouache, met dekwit gehoogd, 40,8 × 31,5 cm. Albertina (Wien). Een van de beroemdste natuurstudies uit de kunstgeschiedenis.

Wanneer een middeleeuwer op onverklaarbare wijze plotseling getuige zou zijn van de brand van de Notre Dame in Parijs op 15 april 2019, dan zou hij die gebeurtenis ongetwijfeld hebben geïnterpreteerd als een voorteken voor rampspoedige gebeurtenissen. Er woedde een brand in het huis van Onze Lieve Vrouwe, letterlijk in het hart van de kerk, in het hart van Frankrijk en misschien wel in het hart van de wereld.

Notre Dame in Parijs op 15 april 2019

Wij, de rationele bewoners van deze moderne en seculiere wereld, zouden hem meewarig hebben gadegeslagen. Deze brand, waarvan men de oorzaak na onderzoek heeft vastgesteld, moest worden gezien als een toevallige gebeurtenis, vrij van welke voorspellende waarde dan ook.

Inmiddels ontvouwt zich voor onze ogen een wereldomvattende crisis met grote gevolgen voor iedereen. De grote bosbranden in Californië en Australië van eind 2019, begin 2020; massale sterfte van dieren; sprinkhanenplagen in Oman, Jemen, Oost Afrika en ook Pakistan; de vrees voor een daaruit voortvloeiende hongersnood van Bijbelse proporties.
Sinds begin van dit jaar verspreid het Covid-19 virus zich over de wereld en heerst er ziekte, is de wereldeconomie tot stilstand gedwongen en ontwikkelt zich een verpletterende economische crisis.
De grimmige gevolgen van milieuvervuiling en klimaatverandering dringen zich steeds nadrukkelijker aan ons op.

Had die middeleeuwer dan misschien toch een punt?

Wanneer ik naar buiten kijk, dan zie ik een blauwe lucht, vrijwel zonder vliegtuigen, er is nauwelijks verkeer. Er heerst een weldadige rust. Zo ziet een system crash er dus uit: hij voltrekt zich in slow motion.

Tot stilhouden gedwongen, worden we op onszelf teruggeworpen. Ieder zal dat op zijn manier ervaren. Het dwingt tot bezinning. Alles wat vanzelfsprekend was, is dat niet meer. De wereld van vóór de uitbraak van het virus ligt enige tijd achter ons en zal niet terugkeren, degenen die daarop hopen koesteren een illusie.
Waar staan wij? Wat vinden we belangrijk? Willen we eigenlijk wel op de oude voet doorgaan? Want eigenlijk waren we dit systeem toch al helemaal zat? We wisten dat het niet goed zat, dat het zo niet door kon gaan…

Trendvoorspeller Lidewij Edelkoort wist het mooi te verwoorden: “Het virus kan, denk ik, worden gezien als een weergave van ons geweten… Het brengt aan het licht wat er zo vreselijk mis is met de samenleving en dat wordt elke dag duidelijker. Het brengt aan het licht wat er zo vreselijk mis is met de samenleving en dat wordt elke dag duidelijker. Het dwingt ons om te vertragen en om onze manier van doen te veranderen.”

Het coronavirus biedt ook een grote kans, want we kunnen het nu anders aanpakken. We zitten met zijn allen gevangen in een wereldstructuur waarbij alles wordt bepaald door geld en waarin ook alles kan worden uitgedrukt in geld. Zo’n wereld biedt nauwelijks ruimte voor andere waarden.
In haast voorthollend, in alles onderworpen aan efficiency, altijd presteren, altijd te druk, teveel data, teveel consumeren, altijd maar op zoek naar zingeving, alles willen meemaken en niets willen missen.

Ook de museumwereld is in de greep geraakt van het geld. Musea moeten zich in toenemende mate commercieel opstellen en zoveel mogelijk bezoekers aantrekken. Hun communicatieafdelingen hebben zich ontwikkeld tot geoliede machines die gelikte campagnes uitrollen. Met vaardige e-mails trachten zij mij aan hen te binden, te verleiden om deel te worden van hun universum. We zijn op je en jij, (we zijn immers vrienden, of zouden dat toch zeker moeten worden).

Dit heeft iets ongemakkelijks. Want je weet dat je gemanipuleerd wordt, dat je slechts een anonieme persona uit hun doelgroep bent, een prooi, zo je wilt. Hun woorden ontberen oprechtheid of authenticiteit.

Hoe kan je eigenlijk de “vriend” van een museum zijn? Een museum is geen mens, het is een gebouw waarin een verzameling (kunst)schatten wordt bewaard en tentoongesteld. Vriendschap is wederkerig. Waar staat het museum dan voor? Is het een idee, een ideaal? Benadert het museum mij omdat het mij wil verheffen? Of omdat het schoonheid wil uitdragen?
Of omdat het museum aan mij wil verdienen? Het museum biedt vooral vermaak, dat is zijn koopwaar. Opdat ik mij niet zal vervelen. Niet te moeilijk. Niet teveel diepgang. Het moet vooral “leuk” zijn. Massa is kassa.

Tentoonstellingen

In de strijd om de gunst van de museumbezoeker hebben de grote musea een flinke voorsprong op de kleinere musea. Zij beschikken immers over de collecties, de budgetten en de mogelijkheden om blockbusters te organiseren, tentoonstellingen met grote namen waar zowel het publiek als de sponsoren dol op zijn. Zo ook ik.

Het is een voorrecht van onze tijd dat dit soort tentoonstellingen mogelijk zijn. De afgelopen jaren bezochten we een hele reeks aan unieke, once in a lifetime tentoonstellingen. Ook wij stonden in de rij, en ja, de tentoonstellingen waren soms veel te druk, maar toch: een voorrecht.

In februari 2016 opende in het Noord-Brabants Museum in Den Bosch de grote overzichtstentoonstelling van het werk van Jheronimus Bosch (circa 1450 – 1516).

Jheronimus Bosch, de Hooiwagen, linker paneel, Prado, Madrid. (niet in de tentoonstelling, maar lijkt van toepassing op de huidige tijd)

In juni 2018 presenteerde het museum van Tallinn in Estland de eerste overzichtstentoonstelling van de ten onrechte vrij onbekende meester Michel Sittow (circa 1468 – circa 1525-26) met adembenemende vroege portretten. De tentoonstelling was eerder in de National Gallery in Washington te zien.

Mary Rose Tudor (Catherine of Aragon?) door Michel Sittow.
Paneel, 28.7 cm (11.2 in); Width: 21 cm. Kunsthistorisches Museum Wenen

In oktober 2018 opende een unieke tentoonstelling gewijd aan Pieter Bruegel de Oudere (1525-1569) in het Kunsthistorisches Museum in Wenen, (zie mijn blog van 10 maart 2019). Men had er bijna de helft van zijn oeuvre weten samen te brengen! Tijdens zijn leven zal Bruegel nooit zo een overzicht van zijn werk te zien hebben gekregen. Wanneer een schilderij werd verkocht dan verliet het zijn atelier. In de meeste gevallen zou hij ze nooit meer terug zien.

Bruegel - Elck
Pieter Bruegel de Oude, Triomf van de dood, na 1562. Museo Nacional del Prado, Madrid

In dezelfde maand was er ook die prachtige Leonardo da Vinci tentoonstelling waarin een dertigtal tekeningen waren samengebracht in het Teylers Museum in Haarlem, (zie mijn blog van 7 oktober 2018). Het was de eerste van een reeks tentoonstellingen in Milaan, Parijs en Londen om de 500ste sterfdag van de meester te gedenken.

Leonardo da Vinci, Hoofd en schouders van een meisje, driekwart naar links, ca 1490, Biblioteca Reale, Turijn

In de herfst van 2019 bezochten we de spectaculaire overzichts-tentoonstelling van het werk van Albrecht Dürer in het Albertina in Wenen. Tezelfdertijd was daar in het Kunsthistorisches Museum “Caravaggio & Bernini” te zien, de tentoonstelling die in iets afgeslankte vorm in Amsterdam te zien zou zijn, tot de vroegtijdige sluiting als gevolg van de Corona crisis. Begin juni zal de tentoonstelling nog slechts een weekje te zien zijn.

Albrecht Dürer, studie van een vleugel, 1512, Albertina Wenen

In Gent was vanaf februari 2020 de grootste Jan Van Eyck tentoonstelling ooit te zien: “Van Eyck. Een optische revolutie.” Ook deze tentoonstelling werd slachtoffer van het coronavirus, maar we hadden het geluk deze tentoonstelling nog in februari te hebben kunnen bezoeken.

Jan van Eyck, (in samenwerking met Hubert van Eyck), Genter Altaarstuk, detail van het rechter zijpaneel met palmen en cipressen, 1432. Sint Bavo, Gent.


In Rome werd de grootste Raphael tentoonstelling ooit al na een week voortijdig gesloten. Een overzichtstentoonstelling van het werk van Artemisia Gentileschi in de National Gallery in Londen moest worden uitgesteld.

Men kan zich afvragen of dergelijke grote en kostbare tentoonstellingen in een 1,5 meter maatschappij nog wel mogelijk zullen zijn. Minder toeschouwers betekent immers ook minder opbrengsten. De op bezoekersaantallen gestuurde musea zullen wellicht anders moeten gaan functioneren. Naar verluidt verkeert momenteel een kwart van onze musea in financiële moeilijkheden. Is het huidige museumbeleid nu nog wel toekomstbestendig?

Indien musea worden gedwongen om kleinschaliger te gaan opereren, dan zou daar ook een kans voor de kleinere musea liggen. Hun kunstschatten verdienen onze aandacht en zouden in kleinere tentoonstellingen en met gerichte aandacht beter tot hun recht kunnen komen. Het culturele leven zou kleinschaliger en ook regionaler worden.

Onze wereld verandert, maar we zullen een weg vinden.

Marc Schreuder