
Han van Meegeren (1889 – 1947)
Het hertje van prinses Juliana
Tekening in zwart krijt, 79,5 x 59,5 cm
Rechtsonder gesigneerd
Deze “tien minuten tekening” van Han van Meegeren uit 1921 werd gemaakt om te laten zien hoe je uitsluitend met gebruikmaking van schaduweffecten vorm kunt suggereren. Het zou de beroemdste tekening uit het oeuvre van Han van Meegeren worden, naar verluidt hing hij in één op de vijf huishoudens in het land aan de muur.
Maar van Meegeren zou meer bekendheid genieten als de vervalser van een serie “Vermeers” die hij vóór en tijdens de oorlog voor astronomische bedragen aan verzamelaars en museumdirecteuren wist te verkopen. Ook verkocht hij via de nazi bankier en kunsthandelaar Alois Miedl, een vervalste Vermeer aan Rijksmaarschalk Hermann Goering. Als dit werk als een vervalsing zou zijn ontmaskerd, dan zou Van Meegeren het wellicht met zijn leven hebben moeten bekopen. Hij kwam er mee weg. Toch was het deze deal die Van Meegeren uiteindelijk de das zou omdoen.
De BBC op bezoek in de Gierstraat
Ruim twee weken geleden werd ik bezocht door een filmcrew van de BBC.
Ze kwamen opnamen maken voor een 90 minuten durende film over Han van Meegeren, die gepresenteerd zal worden door de Britse kunsthistoricus Andrew Graham-Dixon.
De originele tekening van het Hertje, die wij in collectie hebben, kon daarin niet ontbreken. Na een uitwisseling van e-mails en een telefoongesprek stond de filmploeg, vijf man sterk, in de zaak.
Het is grappig om te zien hoe zoiets in zijn werk gaat. De regisseur bedacht al snel hoe hij – in korte shots – zijn verhaal zou gaan vertellen. Hij deed ook zelf het camerawerk en had dus meerdere bordjes in de lucht te houden. Geconcentreerd en gedecideerd gaf hij, in onvervalst Schots, zijn aanwijzingen. Weliswaar met “please” aan het einde van elke zin, maar wel op een toon dat je het uit je hoofd liet om iets anders te doen.
Presentator Andrew Graham-Dixon moest eerst nog een peukje roken, maar weldra kwam ook hij binnenwandelen. In diverse shots werd vervolgens vastgelegd hoe Graham-Dixon voor de winkel komt aanwandelen, hoe hij binnenkomt, op het kunstwerk afloopt, hoe hij de tekening bestudeerd. Het verhaal werd in beelden opgebouwd.
Het is evident dat Andrew dit al honderden keren gedaan heeft. Tussen de bedrijven door – wanneer bijvoorbeeld camerastand en belichting werden bepaald – babbelden we over kunst. Behalve televisiepersoonlijkheid is hij ook een gerespecteerd kunsthistoricus.
Het leek wel een beetje of Andrew in zijn eigen bubbel zat. Alsof ons geanimeerde gesprek soms even moest worden onderbroken door een bijzaak als het maken van een opname. Andrew bleef doorpraten zo lang als het kon.
Maar het was denk ik ook een vorm van concentratie. Toen hij vervolgens voor de camera sprak kwam de presentator in hem naar boven, die enigszins schalks in de camera. Overtuigend wist hij in een aantal gevatte zinnen het belang van de tekening binnen het grotere verhaal te schetsen.
Daarna was ik aan de beurt. Ook hier ging ons gesprek vrijwel zonder onderbreking over in een interview. Omdat de enigszins stugge Schotse regisseur er blijk van gaf heel blij te zijn met het resultaat denk ik dat het goed is gegaan.
Het is een wonderlijk medium, film. Een filmopname suggereert volledig en genuanceerd te zijn. In werkelijkheid is het toch enigszins beperkt medium. Je kunt er op indringende wijze mee naar kunst kijken, met een opbouw van beeldmateriaal, met close ups, maar er is eigenlijk maar weinig ruimte voor gesproken tekst. De impact van die tekst is echter wel heel groot.
Beeld en tekst worden vervolgens gemonteerd en de voice-over rijgt het geheel aan elkaar.
Nog een paar opnamen van de winkel, Andrew die door de – binnenkort wereldberoemde – Gierstraat loopt, nog een paar details en het gezelschap vertrok. De rust keerde weer, alsof er niets gebeurd was.
In juni zal de documentaire klaar zijn, de uitzenddatum is nog niet bekend.
Han van Meegeren
Er is een mooi verhaal verbonden aan de ontstaansgeschiedenis van deze tekening van het Hertje. Een werk dat Han van Meegeren roem bracht maar dat hem ook zou achtervolgen.
Van Meegeren kwam uit een streng katholiek gezin. Hij wilde kunstenaar worden maar zijn vader stond dat niet toe. Hij moest maar architectuur gaan studeren in Delft. Aldus geschiedde. Maar nadat hij met een tekening in zeventiende-eeuwse stijl de hoofdprijs won in een tekenwedstrijd van de Hogeschool, stopte hij met zijn studie en werd alsnog kunstenaar.

Han van Meegeren, de plas; elegant gezelschap met Japanse parasols in roeiboten op het water. Olie op board, 14 x 18 cm, linksonder gesigneerd.
Collectie Schreuder & Kraan
Dat ging hem niet heel slecht af, hij hield een succesvol verlopen solo-expositie en kreeg toegang tot een kring van Haagse industriëlen en hoge ambtenaren voor wie hij portretten schilderde.

Han van Meegeren, Nachtclub scene
Hij richtte zich vooral op de oude schilderkunst, en verzette zich zelfs tegen de moderne kunst. Soms maakte hij stillevens in een zeventiende-eeuwse stijl, dan weer enigszins wonderlijke symbolistische voorstellingen of tekeningen van mondaine en uitdagende meisjes in een nachtclub. De kunstcritici waren welwillend maar vonden terecht dat zijn enigszins hybride stijl niet erg vernieuwend was. Van Meegeren zag zichzelf vooral als een miskend genie.
Hij huwde en kreeg twee kinderen. Hij begon ook een verhouding met Jo Oerlemans, met wie hij later ook zou trouwen. Oerlemans en haar toenmalige echtgenoot hadden een woning tegenover paleis Huis Ten Bosch. Hier zou Van Meegeren schilder- en tekenlessen geven aan jongedames uit de gegoede kringen.
Op een dag in 1921 moesten de leerlingen een hertje schetsen, één van de dieren van de tien jaar oude prinses Juliana. Met enige regelmaat wed er een hertje naar de overkant van de straat gebracht door de vader van één van de leerlingen, die opperstalmeester was in het paleis.
Ook Van Meegeren had een schets gemaakt. Op een gegeven moment raakten de dames verveeld en daagden ze Van Meegeren uit om nogmaals een schets te maken, maar nu in tien minuten. Hij nam de uitdaging aan.
Tot zijn eigen verbazing zou het werk beroemd worden, dit enigszins onstoffelijke hertje met de verleidelijke wimpers van een Hollywoodster (Disney zou Bambi pas in 1942 uitbrengen).
Een aantal jaren later vond hij een uitgever bereid om het werk als prent uit te geven, echter niet voordat hij had begrepen dat dit het lievelingshertje van Prinses Juliana was. Van Meegeren zal ervan geleerd hebben dat een kunstwerk verkoopt als het door een goed verhaal gedragen wordt.
In hetzelfde jaar als het Hertje zou Van Meegeren kennis maken met Theo van Wijngaarden, een restaurator en kunstvervalser die zeventiende-eeuwse schilderijen kocht om ze op te lappen en, voorzien van een tot de verbeelding sprekende signatuur, voor een veel hoger bedrag weer in de markt te zetten. Ze deelden hun minachting voor kunstcritici en experts.
Hij was het die Van Meegeren op het duistere, onethische, maar lucratieve pad van het vervalsen zou zetten, en hem de technieken leerde om een werk voor oud te laten doorgaan. Van Meegeren had zijn pad gekozen.
In 1932 vertrok Van Meegeren, na een controverse in de Haagse Kunstkring, met zijn vrouw Jo Oerlemans naar Zuid-Frankrijk. Hij voelde zich miskend door iedereen in de kunstwereld.
En altijd maar weer dat hertje! Met een tekening van het hertje in de greep van een grote wurgslang lijkt Van Meegeren te hebben willen afrekenen met dit verleden…

Hij wilde de wereld tonen wat hij waard was, en zo begon het. Hij vervalste geen Vermeer, hij was Vermeer!
Hij realiseerde zich ook hoe gemakkelijk hij op deze manier geld kon verdienen en het werd een uitdaging om te kijken hoever hij kon gaan. Hij had er geen moeite mee om zijn kopers voor veel geld op te lichten.
De Vermeers
Een eerste vervalsing van een Vermeer uit 1932 werd door de kunsthistoricus en directeur van het Mauritshuis Bredius gepubliceerd, maar door andere kenners verworpen.
Een te Vermeer-achtige Vermeer doorstond de toets der kritiek niet. Van Meegeren kon schilderen, maar niet zo goed als Vermeer. Wanneer je te dicht op je voorbeeld gaat zitten, dan worden de verschillen evident.
Maar een vroeg religieus werk, dat afwijkt van de “latere” bekende Vermeers, dat wist te overtuigen.

“De Emmaüsgangers” wordt Van Meegeren’s magnum opus.
Hij was niet zozeer een briljant schilder, maar Van Meegeren had briljant psychologisch inzicht en wist in te spelen op de wens van Bredius, om zijn carrière met nog één grote vondst af te sluiten.
Nadat zijn vervalsing “De Emmaüsgangers” als een echte Vermeer was geaccepteerd kon hij hierop voortbouwen door soortgelijke, nieuwe vervalsingen op de markt brengen.
Zijn vervalsingen vonden hun weg naar onder andere het Museum Boijmans, het Rijksmuseum en naar de collecties van havenbaronnen.
Han van Meegeren was ijdel, vol van zichzelf, voelde zich miskend en koos voor een oneerlijk bestaan. Hij speelde in op de menselijke zwakheden zoals eerzucht, ambitie en hebzucht, maar uiteindelijk zou iedereen verliezen.
Zijn vervalsingen maakten van Van Meegeren een rijk man. In de hongerwinter kon hij zich kaviaar veroorloven. Maar zijn gezondheid ging achteruit: hij was kettingroker, alcoholist en verslaafd aan met morfine versterkte slaappillen.
Op 17 mei 1945 trof de eenheid van Captain Harry Anderson in een zoutmijn in Duitsland de kunstcollectie van Hermann Goering aan, met daarin een onbekend werk van Vermeer. Het spoor leidde naar Van Meegeren en eind mei 1945 werd hij als collaborateur gearresteerd.
Na 24 uur ondervraging gaf hij toe dat hij de Vermeer had vervaardigd. Het alternatief, collaboratie, zou hem op vele jaren gevangenschap hebben komen te staan.

Han van Meegeren tijdens zijn proces
Tijdens zijn proces weet Van Meegeren zijn bedrog nog één keer op magistrale wijze in een ander daglicht te stellen.
Gedurende de oorlog leefde Van Meegeren als een rijk man te midden van de oorlogsellende. Hij ging met NSB’ers om. Hij gaf zelf een luxe catalogus van zijn tekeningen uit, de omslag in nazi kleuren. In Berlijn dook een exemplaar op met een handgeschreven en ondertekende opdracht aan Hitler, “aan mijn geliefde Führer”. Natuurlijk ontkende hij dit te hebben geschreven.
Toch wist hij zichzelf tijdens zijn proces te presenteren als de man die Goering had bedrogen. Op één of andere manier schept het publiek er altijd genoegen in wanneer een kunstvervalser kunstkenners en hoge heren om de tuin weet te leiden, terwijl het uiteindelijk toch gewoon om een oplichter gaat.
In oktober 1947 werd Han van Meegeren veroordeeld tot één jaar gevangenschap, maar in december van dat jaar stierf hij in de Valeriuskliniek, zonder een dag te hebben gezeten.
Marc Schreuder
Mei 2019