Triomf van de dood, na 1562. Museo Nacional del Prado, Madrid

Ik ben een Bruegel fan.

Al in mijn vroege jeugd bladerde ik gretig in een grote oeuvrecatalogus van Pieter Bruegel de Oude. Zijn schilderijen hadden dan ook veel te bieden. Veel kijkplezier bij werken als de Boerenbruiloft of de Kinderspelen, maar ook griezelen bij de macabere Triomf van de dood. Spectaculaire en stemmige landschappen, marines met nietige scheepjes op een overweldigende en woeste zee. Bruegels werk was als een jongensboek dat een kijkje gaf in een verre werelden die tegelijkertijd ook zeer herkenbaar waren.

Ik denk dat volwassenen niet heel erg van kinderen verschillen. Veel van waarom een kind Bruegel leuk vindt, verklaart ook de aantrekkingskracht op volwassenen. Een verschil is misschien dat je je als kind onbevangen overgeeft aan de wereld die de schilder je biedt, terwijl ik als volwassene veel meer de neiging heb om zijn werk te willen begrijpen.

Wat bepaalt de aantrekkingskracht van Bruegel?

Once in a lifetime

In Wenen was de overzichtstentoonstelling “Bruegel. Once in a lifetime” te zien. Wonderlijk genoeg  was er nog nooit een grote monografische Bruegel tentoonstelling gehouden.

Vorig jaar ontmoette ik één van de restauratoren van het Kunsthistorisches Museum. Zij vertelde me met de Bruegels bezig te zijn, als voorbereiding op de tentoonstelling. Dit deed zij met grote liefde en respect voor zijn werk. Ze vertelde gepassioneerd over de fabuleuze schildertechniek van de meester en de manier waarop hij zijn kleuren opbouwde. Ze vertelde ook over de keuzes waar ze voor gesteld werden: over oude overschilderingen die inmiddels zo hard waren geworden dat het een probleem was om ze te verwijderen. Maar misschien zouden er in de toekomst betere technieken worden ontwikkeld en kon men deze keuze daarom beter vooruit schuiven. Men besloot uiteindelijk dat het beter was om de verkleurde overschilderingen te retoucheren en op kleur te brengen.

Van Bruegel zijn ca 40 schilderijen bewaard gebleven en 75% daarvan was in deze tentoonstelling samengebracht. Daarnaast waren er tekeningen en prenten. De combinatie van Bruegel en een trip naar Wenen bleek onweerstaanbaar, dus in januari togen we naar de winterse Kaiserstadt.

Elck Papier 20.8 x 29.3 cm. British Museum, Londen,

Plotseling was bijna zijn hele oeuvre binnen handbereik. Je kon zijn ontwikkeling volgen. Je zag ook de prenten, die een belangrijke bron van inkomsten voor zijn atelier zullen zijn geweest. Thematische moralistische prenten van chaotische taferelen die het menselijk handelen aan de kaak stellen, die laten zien waartoe gierigheid of losbandigheid kunnen leiden. Ze zijn vooral ook grappig. Ze zullen ook de opmaat zijn geweest tot verschillende van Bruegels schilderijen.

De mens centraal

Bruegel stelde in zijn werk de mens centraal en dus niet religie of kerk. Hij was humanist. Met zijn kunst vertolkte hij de ontwikkeling van het geestelijke leven van zijn tijd, de Noordelijke Renaissance.

Portret van een boeren vrouw, ca 1568
München, Bayerische Staatsgemäldesammlungen, Alte Pinakothek

Op al zijn schilderijen biedt Bruegel een inblik in het leven van zijn tijd. Hij liet alles zien en heeft niets weggelaten. Wat mij in het werk van Bruegel frappeert, is dat hij het menselijk handelen in al zijn tekortkomingen toont, zoals hebzucht, gulzigheid en domheid, maar dat hij dit altijd met respect voor de mens doet. Bruegel was een integer mens. De dwazen, de gierigaards en de dronkaards zijn weliswaar het slachtoffer van hun eigen hartstocht, maar ze zijn daarom niet slecht. De boeren worden getoond zoals ze zijn, maar altijd met respect. Het predicaat “boeren Bruegel” dat lang aan de schilder kleefde, als schilder van boertige kluchten, is een misvatting die voortkomt uit een  vooroordeel tegen de boeren stand. Alsof boeren per definitie lomp en dom zijn. Bruegels eigen ouders waren boeren, waarom zou hij op hen neerkijken?

Op een gekke manier maakt Bruegels integriteit zijn werk intens sympathiek. Dit is niet een kunsthistorisch verantwoorde term om zijn werk te typeren, maar het is wel waar – en geeft deels antwoord op de vraag wat zijn werk zo aantrekkelijk maakt.

De terugkeer van de kudde, 1565. Kunsthistorisches Museum, Wenen

Landschappen

Een ander belangrijk aspect van zijn werk vormen de landschappen. Bruegel maakte vanaf 1551/1552 een lange en uitgebreide reis naar Italië. In het gezelschap van de schilder Maerten de Vos reisde hij via Lyon en het Monte Rosa bergmassief naar Napels en de straat van Messina. In 1553 verbleef hij in Rome. In 1557 keerde hij via Venetië terug naar Antwerpen. Ondanks deze  reis naar Italië liet de Italiaanse kunst in zijn werk geen sporen na. Bruegel bleef in zijn eigen, noordelijke stijl werken. De natuur daarentegen, maakte grote indruk op hem.

De Alpine berglandschappen op zijn schilderijen heeft hij naar alle waarschijnlijkheid tijdens zijn reis in tal van tekeningen en schetsen vastgelegd.

De landschappen die hij componeerde zijn strikt genomen geen bestaande landschappen. Hij combineerde elementen van het Vlaamse landschap met woeste bergketens die hij op zijn reis had gezien. Maar wanneer je op zijn landschappen inzoomt, dan zijn ze heel realistisch, heel herkenbaar.

De terugkeer van de kudde, 1565 – detail. Kunsthistorisches Museum, Wenen

Voordat je de tot de tentoonstelling werd toegelaten, moest je wachten op je toegangstijd. In de wachtruimte projecteerde men een landschap, waarbij de camera over het schilderij zwierf en inzoomde op de details. Film is een geweldige manier om naar schilderijen te kijken: je wordt gedwongen om de camera te volgen en om je op dit kleine stukje dat je getoond wordt te concentreren. De details zijn fenomenaal. Wat een  meesterschap.
Het viel me op dat veel van dit soort details in de tentoonstelling aan je voorbij dreigden te gaan. Daar was het te druk voor, daar ontbrak de rust.

In de landschappen betoont Bruegel voor mij zijn grootste meesterschap, met als hoogtepunt zijn beroemde serie van vijf schilderijen van de jaargetijden (de “lente” is helaas verloren gegaan). Eigenhandig stuwde hij dit genre tot grote hoogte en is hij daarin, tot in onze tijd, niet geëvenaard. Bruegel verbind je met-, maakt je onderdeel van deze natuur. Je voelt de kou, de gure wind, je herinnert je lange wandelingen door weer en wind. Je bent verbonden met Moeder Natuur. Dat is de magie van deze monumentale reeks. Ik ken geen schilderijen die meer indruk op me hebben gemaakt.

De ekster op de galg, 1568. Hessisches Landesmuseum, Darmstadt
De ekster op de galg, 1568. Hessisches Landesmuseum, Darmstadt

Na het bezoek aan de tentoonstelling realiseerde ik mij nog iets anders: Bruegel is niet zeer oud geworden, zijn kinderen waren nog jong toen hij in 1569 stierf. Een exacte geboortedatum is niet bekend, maar hij werd niet ouder dan tussen de 39 en 44 jaar. 
Aanvankelijk vervaardigde Bruegel alleen prenten, totdat hij genoeg bekendheid had gekregen om ook schildersopdrachten te krijgen. Zijn vroegste gedateerde schilderij is uit 1557, maar het schilderen nam pas echt een aanvang in de vroege jaren ’60.

Dat betekent dat dit magistrale geschilderde oeuvre in slechts een jaar of zeven tot stand is gekomen…

Ja, ik ben een Bruegel fan.


maart 2019

https://insidebruegel.net/